Afgelopen week was het een keer complimentendag. Mooi dacht ik nog, maar toch bijzonder hè dat dit nodig is.Het is trouwens wel heel erg leuk om ook te doen. Bekenden, maar ook onbekenden een compliment geven. Doe jij dat weleens, zomaar iemand een compliment geven? Of krijg je weleens uit onverwachte hoek een compliment? Ik zie soms mensen lopen waarvan ik hun schoenen, tas of jas mooi vind. Als ik dat aangeef, zie je ze groeien. Mooi! Probeer maar eens.
Gisteren kreeg ik een compliment van mijn jongste zoon. Het ontroerde mij zo, dat ik een traantje moest wegpinken. Ik lag bij hem in bed voor het slapen gaan. Nog steeds probeer ik dat regelmatig te doen. Voor het slapen gaan, de dag door nemen. Ik betrap me erop dat het minder vaak gebeurt, er is dan teveel tijd gerekt en in mijn ogen dan te laat om nog te kletsen. Gisteren nam ik de tijd. ‘Heb je een leuke dag gehad mama en wat vond je het leukste?’ Ik had een leuke dag en benoemde de mooie momenten, een moment was niet mogelijk. ‘Heb je wel gelachen?’ Leuke vraag, want dat is nou net wat vaak mijn dag leuk maakt. Toch moest ik even nadenken: ‘Wel gelachen maar niet heel veel. Jij dan?’ Ook hij had een prima dag, maar ook niet veel gelachen. Conclusie: we hadden een soortgelijke dag gehad. Mooi!
We kregen het ook over opkomen voor elkaar. Het gebeurt soms dat mensen zich in de opvoeding mengen, even mijn kinderen ergens op wijzen of corrigeren waar ik of hun vader bij is, allemaal goed bedoeld natuurlijk. Ik vroeg hem wat hij daar van vond. ‘Niet nodig mama, jij en papa weten het beste hoe we zijn. Ik denk dan ook, bemoei je er niet mee. Maar ik doe dan wel wat ze vragen, om geen gezeur te krijgen.’ ‘Snap ik, ik hou ook niet van gezeur jongen’.
Ik vertelde hem dat, ook ik, die situaties lastig vind. ‘Waarom dan?’ ‘Omdat ik er niks van zeg en niet ingrijp. Ik kom dan niet voor jou en je broer op. Ook geeft diegene mij het gevoel dat ik het niet goed doe voor jullie.’
‘Maar mama, jij doet het echt heel goed hoor!’
Stilte. ‘Dank je lieverd.’ Ik krijg een brok in mijn keel. Ik slik. Een traan rolt over mijn wang. Ontroerd.